Responsive image

Artikel 2 Wijzigingen van Richtlijn 2006/112/EG met ingang...

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 2 Wijzigingen van Richtlijn 2006/112/EG met ingang...

Wijzigingen van Richtlijn 2006/112/EG met ingang van 1 juli 2021

Met ingang van 1 juli 2021 wordt Richtlijn 2006/112/EG als volgt gewijzigd:

1) Aan artikel 14 wordt het volgende lid toegevoegd:

„4. Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:

1.

„intracommunautaire afstandsverkopen van goederen” :

de leveringen van goederen die worden verzonden of vervoerd door of voor rekening van de leverancier, ook wanneer de leverancier indirect tussenkomt bij het vervoer of de verzending van de goederen, vanuit een andere lidstaat dan die van aankomst van de verzending of het vervoer van de goederen naar de afnemer, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de levering van goederen wordt verricht voor een belastingplichtige of voor een niet-belastingplichtige rechtspersoon van wie de intracommunautaire verwervingen van goederen uit hoofde van artikel 3, lid 1, niet aan de btw zijn onderworpen, of voor enige andere niet-belastingplichtige;

b) de geleverde goederen zijn geen nieuwe vervoermiddelen, noch goederen, geleverd na montage of installatie, door of voor rekening van de leverancier, met of zonder beproeven van de geïnstalleerde of gemonteerde goederen;

2.

„afstandsverkopen van uit een derdelandsgebied of een derde land ingevoerde goederen” :

de leveringen van goederen die worden verzonden of vervoerd door of voor rekening van de leverancier, met inbegrip van gevallen waarin de leverancier indirect tussenkomt bij het vervoer of de verzending van de goederen, vanuit een derdelandsgebied of een derde land naar een afnemer in een lidstaat, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) de levering van goederen wordt verricht voor een belastingplichtige of voor een niet—belastingplichtige rechtspersoon van wie de intracommunautaire verwervingen van goederen uit hoofde van artikel 3, lid 1, niet aan de btw zijn onderworpen, of voor enige andere niet-belastingplichtige;

b) de geleverde goederen zijn geen nieuwe vervoermiddelen, noch goederen, geleverd na montage of installatie, door of voor rekening van de leverancier, met of zonder beproeven van de geïnstalleerde of gemonteerde goederen.”.

2) Het volgende artikel wordt toegevoegd:

„Artikel 14bis

1. Indien een belastingplichtige via het gebruik van een elektronische interface, zoals een marktplaats, platform, portaal of soortgelijk middel, afstandsverkopen van uit een derdelandsgebied of een derde land ingevoerde goederen in zendingen met een intrinsieke waarde van niet meer dan 150 EUR, faciliteert, wordt die belastingplichtige geacht die goederen zelf te hebben ontvangen en geleverd.

2. Indien een belastingplichtige via het gebruik van een elektronische interface, zoals een marktplaats, platform, portaal of soortgelijk middel, de levering van goederen binnen de Gemeenschap door een niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige aan een niet-belastingplichtige, faciliteert, wordt de belastingplichtige die de levering faciliteert geacht die goederen zelf te hebben ontvangen en geleverd.”.

3) Artikel 33 wordt vervangen door:

„Artikel 33

„In afwijking van artikel 32:

wordt de plaats van levering van intracommunautaire afstandsverkopen van goederen geacht de plaats te zijn waar de goederen zich bevinden op het tijdstip van aankomst van de verzending of het vervoer van de goederen naar de afnemer;

b) wordt de plaats van levering van afstandsverkopen van uit een derdelandsgebied of een derde land ingevoerde goederen geacht de plaats te zijn waar de goederen zich bevinden op het tijdstip van aankomst van de verzending of het vervoer naar de afnemer, indien de invoer plaatsvindt in een andere lidstaat dan die van aankomst van de verzending of het vervoer naar de afnemer;

c) wordt de plaats van levering van afstandsverkopen van uit een derdelandsgebied of een derde land ingevoerde goederen geacht zich in de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer van de goederen naar de afnemer in die lidstaat te bevinden, indien de invoer in die lidstaat plaatsvindt, mits de btw op deze goederen moet worden aangegeven in het kader van de bijzondere regeling van titel XII, hoofdstuk 6, afdeling 4.”.

4) Artikel 34 wordt geschrapt.

5) Artikel 35 wordt vervangen door:

„Artikel 35

Artikel 33 is niet van toepassing op leveringen van gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen of antiquiteiten zoals omschreven in artikel 311, lid 1, punten 1) tot en met 4), noch op leveringen van gebruikte vervoermiddelen als omschreven in artikel 327, lid 3, die aan de btw zijn onderworpen overeenkomstig de toepasselijke bijzondere regeling.”.

6) In artikel 58 worden de leden 2 tot en met 6 geschrapt.

7) In titel V wordt het volgende hoofdstuk ingevoegd:

„HOOFDSTUK 3bis

Drempel voor belastingplichtigen die onder artikel 33, onder a), vallende goederen leveren en onder artikel 58 vallende diensten verrichten

Artikel 59quater

1. Artikel 33, onder a), en artikel 58 zijn niet van toepassing wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:

de dienstverrichter of leverancier is gevestigd of, bij gebreke van een vestiging, heeft zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats in slechts één lidstaat;

b) de diensten worden verleend aan niet-belastingplichtigen die gevestigd zijn, hun woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats hebben in een andere dan de in punt a) bedoelde lidstaat, of de goederen worden verzonden of vervoerd naar een andere dan de in punt a) bedoelde lidstaat, en

c) het totale bedrag van de in punt b) bedoelde dienstverrichtingen en leveringen van goederen, de btw niet inbegrepen, is in het lopende kalenderjaar niet hoger dan 10 000 EUR of de tegenwaarde daarvan in de nationale munteenheid, en heeft dit bedrag ook niet overschreden in de loop van het voorafgaande kalenderjaar.

2. Wanneer de in lid 1, onder c), genoemde drempel in de loop van een kalenderjaar wordt overschreden, zijn artikel 33, onder a), en artikel 58 vanaf die datum van toepassing.

3. De lidstaat op het grondgebied waarvan de goederen zich bevinden op het tijdstip van vertrek van de verzending of het vervoer of waar de belastingplichtigen zijn gevestigd die telecommunicatie-, radio- en televisieomroep- en langs elektronische weg verrichte diensten verrichten, verleent de belastingplichtigen die voor lid 1 in aanmerking komende goederenleveringen of diensten verrichten, het recht ervoor te kiezen dat de plaats van levering of dienst wordt bepaald overeenkomstig artikel 33, onder a), en artikel 58, hetgeen in ieder geval geldt voor twee kalenderjaren.

4. De lidstaten nemen passende maatregelen om erop toe te zien dat de belastingplichtige aan de in de leden 1, 2 en 3 genoemde voorwaarden voldoet.

5. De tegenwaarde in de nationale munteenheid van het in lid 1, onder c), bedoelde bedrag wordt berekend volgens de wisselkoers die op de dag van vaststelling van Richtlijn (EU) 2017/2455 door de Europese Centrale Bank bekend wordt gemaakt.”.

8) Het volgende artikel wordt toegevoegd:

„Artikel 66bis

In afwijking van de artikelen 63, 64 en 65 vindt met betrekking tot leveringen van goederen waarvoor de btw is verschuldigd door de persoon die de levering overeenkomstig artikel 14bis faciliteert, het belastbare feit plaats en wordt de btw verschuldigd op het tijdstip waarop de betaling is aanvaard.”.

9) In artikel 143, lid 1, wordt het volgende punt ingevoegd:

„c bis) de invoer van goederen wanneer de btw moet worden aangegeven in het kader van de bijzondere regeling van titel XII, hoofdstuk 6, afdeling 4, en wanneer, uiterlijk bij de indiening van de invoeraangifte, het individuele btw-identificatienummer voor de toepassing van de bijzondere regeling van de leverancier of van de voor zijn rekening handelende tussenpersoon, dat is toegekend overeenkomstig artikel 369octodecies, aan het bevoegde douanekantoor in de lidstaat van invoer is verstrekt;”.

10) Artikel 220, lid 1, punt 2), wordt vervangen door:

„2. de in artikel 33, onder a), bedoelde goederenleveringen, behalve wanneer een belastingplichtige gebruikmaakt van de bijzondere regeling van titel XII, hoofdstuk 6, afdeling 3;”.

11) Het volgende artikel wordt toegevoegd:

„Artikel 242bis

1. Indien een belastingplichtige, via het gebruik van een elektronische interface, zoals een marktplaats, platform, portaal of soortgelijk middel, de levering van goederen of het verrichten van diensten aan een niet-belastingplichtige binnen de Gemeenschap, overeenkomstig de bepalingen van titel V, faciliteert, wordt de belastingplichtige die de levering of de dienstverrichting faciliteert, verplicht een boekhouding van die leveringen of dienstverrichtingen bij te houden. Deze boekhouding bevat voldoende gegevens om de belastingautoriteiten van de lidstaat waarin deze leveringen van goederen of dienstverrichtingen belastbaar zijn, in staat te stellen de juistheid van de btw-aangifte te bepalen.

2. Desgevraagd moet de in lid 1 bedoelde boekhouding langs elektronische weg aan de betrokken lidstaten beschikbaar worden gesteld.

De boekhouding wordt bewaard gedurende tien jaar na afloop van het jaar waarin de handeling is verricht.”.

12) De titel van hoofdstuk 6 van titel XII wordt vervangen door:

„Speciale regelingen voor belastingplichtigen die diensten leveren aan niet-belastingplichtigen of goederen op afstand verkopen”.

13) In artikel 358 worden de punten 1, 2 en 3 geschrapt.

14) De titel van afdeling 2 wordt vervangen door:

„Bijzondere regeling voor diensten verricht door niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen”.

15) In artikel 358bis wordt het volgende punt toegevoegd:

„3.

„lidstaat van verbruik” : de lidstaat waar de dienst overeenkomstig titel V, hoofdstuk 3, wordt geacht te zijn verricht.”.

16) Artikel 359 wordt vervangen door:

„Artikel 359

De lidstaten staan toe dat een niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige die diensten verricht voor een niet-belastingplichtige die in een lidstaat is gevestigd of er zijn woonplaats of zijn gebruikelijke verblijfplaats heeft, van deze bijzondere regeling gebruikmaakt. Deze regeling is van toepassing op alle aldus in de Gemeenschap verrichte diensten.”.

17) Artikel 362 wordt vervangen door:

„Artikel 362

De lidstaat van identificatie kent de niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige voor de toepassing van deze bijzondere regeling een individueel btw-identificatienummer toe en deelt hem dit nummer langs elektronische weg mee. Uitgaande van de voor deze identificatie gebruikte gegevens mogen de lidstaten van verbruik hun eigen identificatiesystemen gebruiken.”.

18) Artikel 363, onder a), wordt vervangen door:

„a) de belastingplichtige deelt die lidstaat mee dat hij niet langer diensten verricht die onder deze bijzondere regeling vallen;”.

19) De artikelen 364 en 365 worden vervangen door:

„Artikel 364

De niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige die van deze bijzondere regeling gebruikmaakt, dient langs elektronische weg bij de lidstaat van identificatie een btw-aangifte in voor elk kalenderkwartaal, ongeacht of al dan niet onder deze bijzondere regeling vallende diensten zijn verricht. De btw-aangifte wordt uiterlijk voor het einde van de maand volgend op het verstrijken van het belastingtijdvak waarop de aangifte betrekking heeft, ingediend.

Artikel 365

De btw-aangifte bevat het individueel btw-identificatienummer voor de toepassing van de bijzondere regeling en, voor elke lidstaat van verbruik waar de btw verschuldigd is, het totale bedrag, de btw niet inbegrepen, van de gedurende het belastingtijdvak verrichte diensten die onder deze bijzondere regeling vallen, en het totale bedrag van de belasting daarover, uitgesplitst naar belastingtarieven. De geldende btw-tarieven en de totale verschuldigde belasting worden eveneens op de aangifte vermeld.

Indien een reeds ingediende btw-aangifte naderhand moet worden gewijzigd, worden deze wijzigingen in een volgende aangifte opgenomen uiterlijk drie jaar na de datum waarop de oorspronkelijke aangifte moest worden ingediend overeenkomstig artikel 364. In die volgende btw-aangifte staan de betrokken lidstaat van verbruik, het belastingtijdvak en het btw-bedrag waarvoor wijzigingen nodig zijn, vermeld.”.

20) Artikel 368 wordt vervangen door:

„Artikel 368

De niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige die van deze bijzondere regeling gebruik maakt, past geen btw-aftrek uit hoofde van artikel 168 van de onderhavige richtlijn toe. Niettegenstaande artikel 1, punt 1, van Richtlijn 86/560/EEG wordt deze belastingplichtige teruggaaf verleend overeenkomstig die richtlijn. Artikel 2, leden 2 en 3, en artikel 4, lid 2, van Richtlijn 86/560/EEG zijn niet van toepassing op de teruggaaf die verband houdt met onder deze bijzondere regeling vallende diensten.

Indien de belastingplichtige die van deze bijzondere regeling gebruikmaakt, in een lidstaat moet worden geïdentificeerd voor activiteiten die niet onder deze bijzondere regeling vallen, brengt hij de in die lidstaat betaalde voorbelasting die verband houdt met zijn aan deze bijzondere regeling onderworpen belastbare activiteiten, in aftrek op de overeenkomstig artikel 250 van deze richtlijn in te dienen btw-aangifte.”.

21) De titel van afdeling 3 van hoofdstuk 6 van titel XII wordt vervangen door:

„Bijzondere regeling voor intracommunautaire afstandsverkopen van goederen en voor diensten die worden verricht door in de Gemeenschap doch niet in de lidstaat van verbruik gevestigde belastingplichtigen”.

22) In artikel 369bis wordt het volgende punt toegevoegd:

„3.

„lidstaat van verbruik” : de lidstaat waar de dienst overeenkomstig titel V, hoofdstuk 3, wordt geacht te zijn verricht of, in het geval van een intracommunautaire afstandsverkoop van goederen, de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer van de goederen naar de afnemer.”.

23) De artikelen 369 ter en 369 quater worden vervangen door:

„Artikel 369ter

De lidstaten staan toe dat van deze bijzondere regeling gebruik wordt gemaakt door belastingplichtigen die intracommunautaire afstandsverkopen van goederen verrichten alsmede door niet in de lidstaat van verbruik gevestigde belastingplichtigen die diensten verrichten voor niet-belastingplichtigen. Deze bijzondere regeling is van toepassing op alle aldus in de Gemeenschap geleverde goederen of verrichte diensten.

Artikel 369quater

Een belastingplichtige doet aan de lidstaat van identificatie opgave van het begin en de beëindiging van zijn onder deze bijzondere regeling vallende belastbare activiteiten, alsmede van de wijzigingen ervan waardoor hij niet langer voldoet aan de voorwaarden om van deze bijzondere regeling gebruik te mogen maken. Deze informatie wordt langs elektronische weg verstrekt.”.

24) Artikel 369sexies wordt als volgt gewijzigd:

de inleidende zin wordt vervangen door:

„De lidstaat van identificatie sluit een belastingplichtige van de bijzondere regeling uit in elk van de volgende gevallen:”;

b) punt a) wordt vervangen door:

„a) indien hij meldt dat hij niet langer intracommunautaire afstandsverkopen van goederen verricht of diensten verleent die onder deze bijzondere regeling vallen;”.

25) De artikelen 369 septies en 369 octies worden vervangen door:

„Artikel 369septies

De belastingplichtige die van deze bijzondere regeling gebruikmaakt, dient langs elektronische weg bij de lidstaat van identificatie een btw-aangifte in voor elk kalenderkwartaal, ongeacht of al dan niet intracommunautaire afstandsverkopen van goederen zijn verricht of diensten zijn verleend die onder deze bijzondere regeling vallen. De btw-aangifte wordt uiterlijk voor het einde van de maand volgend op het verstrijken van het belastingtijdvak waarop de aangifte betrekking heeft, ingediend.

Artikel 369octies

1. De btw-aangifte bevat het in artikel 369quinquies bedoelde btw-identificatienummer en, voor elke lidstaat van verbruik waar de btw verschuldigd is, het totale bedrag, de btw niet inbegrepen, van de gedurende het belastingtijdvak verrichte intracommunautaire afstandsverkopen van goederen en verleende diensten die onder deze bijzondere regeling vallen, en het totale bedrag van de belasting daarover, uitgesplitst naar belastingtarieven. De geldende btw-tarieven en de totale verschuldigde belasting worden eveneens op de aangifte vermeld. De btw-aangifte bevat ook wijzigingen met betrekking tot voorgaande belastingtijdvakken, zoals bepaald in lid 4.

2. Wanneer goederen, in het geval van intracommunautaire afstandsverkopen waarop deze bijzondere regeling van toepassing is, worden verzonden of vervoerd vanuit een andere lidstaat dan de lidstaat van identificatie, bevat de btw-aangifte ook het totale bedrag van deze verkopen voor elke lidstaat van waaruit de goederen zijn verzonden of vervoerd, samen met het individuele btw-identificatienummer of het fiscale registratienummer dat door elk van die lidstaten is toegekend. De btw-aangifte bevat deze informatie voor elke andere lidstaat dan de lidstaat van identificatie, uitgesplitst naar lidstaat van verbruik.

3. Indien de belastingplichtige die onder deze bijzondere regeling vallende diensten verricht, behalve in de lidstaat van identificatie een of meer andere vaste inrichtingen heeft van waaruit de diensten worden verricht, bevat de btw-aangifte, per lidstaat waar hij een vaste inrichting heeft en uitgesplitst naar lidstaat van verbruik, ook het totale bedrag van deze diensten, samen met het individuele btw-identificatienummer of het fiscale registratienummer van de inrichting.

4. Indien een reeds ingediende btw-aangifte naderhand moet worden gewijzigd, worden deze wijzigingen in een volgende aangifte opgenomen uiterlijk drie jaar na de datum waarop de oorspronkelijke aangifte moest worden ingediend overeenkomstig artikel 369septies. In die volgende btw-aangifte staan de betrokken lidstaat van verbruik, het belastingtijdvak en het btw-bedrag waarvoor wijzigingen nodig zijn, vermeld.”.

26) In artikel 369nonies, lid 1, tweede alinea, wordt de tweede zin vervangen door:

„Indien de goederenleveringen en diensten in een andere munteenheid luiden, hanteert de belastingplichtige die van deze bijzondere regeling gebruikmaakt, bij het invullen van de btw-aangifte de wisselkoers die gold op de laatste dag van het belastingtijdvak.”.

27) In artikel 369decies wordt de eerste alinea vervangen door:

„De belastingplichtige die van deze bijzondere regeling gebruikmaakt, voldoet de btw onder verwijzing naar de betreffende btw-aangifte, uiterlijk bij het verstrijken van de termijn waarbinnen de aangifte moet worden ingediend.”.

28) Artikel 369undecies wordt vervangen door:

„Artikel 369undecies

De belastingplichtige die van deze bijzondere regeling gebruik maakt, past met betrekking tot zijn aan deze bijzondere regeling onderworpen belastbare activiteiten, geen aftrek overeenkomstig artikel 168 van deze richtlijn toe voor de in de lidstaat van verbruik betaalde voorbelasting. Niettegenstaande artikel 2, punt 1, artikel 3 en artikel 8, lid 1, onder e), van Richtlijn 2008/9/EG wordt deze belastingplichtige teruggaaf verleend overeenkomstig die richtlijn.

Indien de belastingplichtige die van deze bijzondere regeling gebruikmaakt, in een lidstaat moet worden geïdentificeerd voor activiteiten die niet onder deze bijzondere regeling vallen, brengt hij de in die lidstaat betaalde voorbelasting die verband houdt met zijn aan deze bijzondere regeling onderworpen belastbare activiteiten, in aftrek op de overeenkomstig artikel 250 van deze richtlijn in te dienen btw-aangifte.”.

29) In artikel 369duodecies wordt lid 1 vervangen door:

„1. De belastingplichtige die van deze bijzondere regeling gebruikmaakt, voert van alle onder deze bijzondere regeling vallende handelingen een boekhouding. Deze boekhouding moet voldoende gegevens bevatten om de belastingautoriteiten van de lidstaat van verbruik in staat te stellen de juistheid van de btw-aangifte te bepalen.”.

30) In hoofdstuk 6 van titel XII wordt de volgende afdeling ingevoegd:

„AFDELING 4

Bijzondere regeling voor afstandsverkopen van uit derdelandsgebieden of derde landen ingevoerde goederen

Artikel 369terdecies

Voor de toepassing van deze afdeling hebben afstandsverkopen van uit derdelandsgebieden of derde landen ingevoerde goederen uitsluitend betrekking op goederen, met uitzondering van de producten die onder de accijnsheffing vallen, in zendingen met een intrinsieke waarde van niet meer dan 150 EUR.

Onverminderd andere communautaire bepalingen wordt voor de toepassing van deze afdeling verstaan onder:

1.

„niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige” : een belastingplichtige die de zetel van zijn bedrijfsuitoefening niet op het grondgebied van de Gemeenschap heeft gevestigd noch daar over een vaste inrichting beschikt;

2.

„tussenpersoon” : een in de Gemeenschap gevestigde persoon die door de belastingplichtige die afstandsverkopen van uit derdelandsgebieden of derde landen ingevoerde goederen verricht, is aangewezen als de persoon die gehouden is tot voldoening van de btw en die in naam en voor rekening van de belastingplichtige de in deze bijzondere regeling vastgestelde verplichtingen moet nakomen;

3.

„lidstaat van identificatie” :

a)

wanneer de belastingplichtige niet in de Gemeenschap is gevestigd, de lidstaat waar hij verkiest zich te registreren;

b) wanneer de belastingplichtige de zetel van zijn bedrijfsuitoefening niet in de Gemeenschap heeft gevestigd maar daar wel één of meer vaste inrichtingen heeft, de lidstaat met een vaste inrichting waar de belastingplichtige meldt dat hij van deze bijzondere regeling gebruik zal maken;

c) wanneer de belastingplichtige de zetel van zijn bedrijfsuitoefening in een lidstaat heeft gevestigd, deze lidstaat;

d) wanneer de tussenpersoon de zetel van zijn bedrijfsuitoefening in een lidstaat heeft gevestigd, deze lidstaat;

e) wanneer de tussenpersoon de zetel van zijn bedrijfsuitoefening niet in de Gemeenschap heeft gevestigd, maar daar wel één of meer vaste inrichtingen heeft, de lidstaat met een vaste inrichting waar de tussenpersoon meldt dat hij van deze bijzondere regeling gebruik zal maken.

Voor de toepassing van de punten b) en e) is de belastingplichtige of tussenpersoon, wanneer hij meer dan één vaste inrichting in de Gemeenschap heeft, gebonden door zijn beslissing betreffende de aanwijzing van de lidstaat van vestiging gedurende het betreffende kalenderjaar en de twee daaropvolgende jaren.”;

4.

„lidstaat van verbruik” : de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer van de goederen naar de afnemer.

Artikel 369quaterdecies

1. De lidstaten staan toe dat de volgende belastingplichtigen die afstandsverkopen van uit derdelandsgebieden of derde landen ingevoerde goederen verrichten, gebruikmaken van deze bijzondere regeling:

a) elke in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige die afstandsverkopen van uit derdelandsgebieden of derde landen ingevoerde goederen verricht;

b) elke al dan niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige die afstandsverkopen van uit derdelandsgebieden of derde landen ingevoerde goederen verricht, en die door een in de Gemeenschap gevestigde tussenpersoon is vertegenwoordigd;

c) elke belastingplichtige die gevestigd is in een derde land waarmee de Unie een overeenkomst betreffende wederzijdse bijstand heeft gesloten waarvan het toepassingsgebied vergelijkbaar is met Richtlijn 2010/24/EU van de Raad ( *2 ) en Verordening (EU) nr. 904/2010, en die afstandsverkopen van goederen vanuit dat derde land verricht.

Die belastingplichtigen passen deze bijzondere regeling toe op al hun afstandsverkopen van uit derdelandsgebieden of derde landen ingevoerde goederen.

2. Voor de toepassing van lid 1, punt b), kan een belastingplichtige hoogstens één tussenpersoon tegelijk aanwijzen.

3. De Commissie stelt een uitvoeringshandeling vast met de lijst van de in lid 1, onder c), van dit artikel bedoelde derde landen. Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld overeenkomstig de in artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 bedoelde onderzoeksprocedure en het comité te dien einde is het bij artikel 58 van Verordening (EU) nr. 904/2010 ingestelde comité.

Artikel 369quindecies

Voor afstandsverkopen van uit derdelandsgebieden of derde landen ingevoerde goederen waarvan de btw wordt aangegeven in het kader van deze bijzondere regeling, vindt het belastbare feit plaats en wordt de belasting verschuldigd op het tijdstip van levering. De goederen worden geacht te zijn geleverd op het tijdstip waarop de betaling is aanvaard.

Artikel 369sexdecies

De belastingplichtige die van deze bijzondere regeling gebruik maakt, of een voor zijn rekening handelende tussenpersoon, doet aan de lidstaat van identificatie opgave van het begin en de beëindiging van zijn activiteit in het kader van deze bijzondere regeling, alsmede van de wijzigingen ervan waardoor hij niet langer voldoet aan de voorwaarden om van deze bijzondere regeling gebruik te mogen maken. Deze informatie wordt langs elektronische weg verstrekt.

Artikel 369septdecies

1. De mededeling die de belastingplichtige die geen beroep doet op een tussenpersoon, aan de lidstaat van identificatie doet voordat hij van deze bijzondere regeling gebruik begint te maken, bevat de volgende bijzonderheden:

a) naam;

b) postadres;

c) elektronisch adres en websites;

d) btw-identificatienummer of nationaal belastingnummer.

2. De mededeling die de tussenpersoon aan de lidstaat van identificatie doet voordat hij van deze bijzondere regeling gebruik begint te maken voor rekening van een belastingplichtige, bevat de volgende bijzonderheden:

a) naam;

b) postadres;

c) elektronisch adres;

d) btw-identificatienummer.

3. De informatie die de tussenpersoon moet verstrekken aan de lidstaat van identificatie voor elke belastingplichtige die hij vertegenwoordigt voordat die belastingplichtige van deze bijzondere regeling gebruik begint te maken, dient de volgende gegevens te bevatten:

a) naam;

b) postadres;

c) elektronisch adres en websites;

d) btw-identificatienummer of nationaal belastingnummer;

e) het individuele identificatienummer, toegekend overeenkomstig artikel 369octodecies, lid 2.

4. Een belastingplichtige die van deze bijzondere regeling gebruikmaakt of, in voorkomend geval, zijn tussenpersoon doet de lidstaat van identificatie mededeling van alle wijzigingen in de verstrekte informatie.

Artikel 369octodecies

1. De lidstaat van identificatie kent de belastingplichtige die gebruikmaakt van deze bijzondere regeling een individueel btw-identificatienummer toe voor de toepassing van deze bijzondere regeling en deelt hem dit nummer langs elektronische weg mee.

2. De lidstaat van identificatie kent een tussenpersoon een individueel identificatienummer toe en deelt hem dit nummer langs elektronische weg mee.

3. De lidstaat van identificatie kent een individueel btw-identificatienummer voor de toepassing van deze bijzondere regeling toe aan de tussenpersoon ten aanzien van iedere belastingplichtige waarvoor hij is aangesteld.

4. Het overeenkomstig de leden 1, 2 en 3 toegekende btw-identificatienummer wordt uitsluitend gebruikt voor de toepassing van deze bijzondere regeling.

Artikel 369novodecies

1. De lidstaat van identificatie verwijdert de niet van een tussenpersoon gebruikmakende belastingplichtige in de volgende gevallen uit het identificatieregister:

a) de belastingplichtige deelt de lidstaat van identificatie mee dat hij niet langer afstandsverkopen van uit derdelandsgebieden of derde landen ingevoerde goederen verricht;

b) er kan anderszins worden aangenomen dat zijn belastbare activiteiten betreffende afstandsverkopen van uit derdelandsgebieden of derde landen ingevoerde goederen, beëindigd zijn;

c) hij vervult niet langer de voorwaarden om van de bijzondere regeling gebruik te mogen maken;

d) hij voldoet bij voortduring niet aan de voorschriften van de bijzondere regeling.

2. De lidstaat van identificatie verwijdert de tussenpersoon in de volgende gevallen uit het identificatieregister:

a) hij heeft gedurende twee opeenvolgende kalenderkwartalen niet gehandeld als tussenpersoon voor rekening van een belastingplichtige die van deze bijzondere regeling gebruikmaakt;

b) hij vervult niet langer de andere voorwaarden om als tussenpersoon te kunnen optreden;

c) hij voldoet bij voortduring niet aan de voorschriften van de bijzondere regeling.

3. De lidstaat van identificatie verwijdert de door een tussenpersoon vertegenwoordigde belastingplichtige in de volgende gevallen uit het identificatieregister:

a) de tussenpersoon deelt de lidstaat van identificatie mee dat deze belastingplichtige niet langer afstandsverkopen van uit derdelandsgebieden of derde landen ingevoerde goederen verricht;

b) er kan anderszins worden aangenomen dat de belastbare activiteiten van deze belastingplichtige betreffende afstandsverkopen van uit derdelandsgebieden of derde landen ingevoerde goederen, beëindigd zijn;

c) de belastingplichtige vervult niet langer de voorwaarden om van de bijzondere regeling gebruik te mogen maken;

d) de belastingplichtige voldoet bij voortduring niet aan de voorschriften van de bijzondere regeling;

e) de tussenpersoon deelt de lidstaat van identificatie mee dat hij deze belastingplichtige niet langer vertegenwoordigt.

Artikel 369vicies

De belastingplichtige die van deze bijzondere regeling gebruik maakt, of zijn tussenpersoon dient langs elektronische weg bij de lidstaat van identificatie een btw-aangifte in voor elke maand, ongeacht of al dan niet afstandsverkopen van uit derdelandsgebieden of derde landen ingevoerde goederen zijn verricht. De btw-aangifte wordt uiterlijk voor het einde van de maand volgend op het verstrijken van het belastingtijdvak waarop de aangifte betrekking heeft, ingediend.

Wanneer een btw-aangifte moet worden ingediend in overeenstemming met de eerste alinea, leggen de lidstaten bij invoer geen extra verplichtingen of andere formaliteiten voor btw-doeleinden op.

Artikel 369unvicies

1. De btw-aangifte bevat het in artikel 369octodecies bedoelde btw-identificatienummer en, voor elke lidstaat van verbruik waar de btw verschuldigd is, het totale bedrag, de btw niet inbegrepen, van de afstandsverkopen van uit derdelandsgebieden of derde landen ingevoerde goederen waarvoor btw gedurende het belastingtijdvak verschuldigd is geworden, en het totale bedrag van de belasting daarover, uitgesplitst naar belastingtarieven. De geldende btw-tarieven en de totale verschuldigde belasting worden eveneens op de aangifte vermeld.

2. Indien een reeds ingediende btw-aangifte naderhand moet worden gewijzigd, worden deze wijzigingen uiterlijk drie jaar na de datum waarop de oorspronkelijke aangifte overeenkomstig artikel 369vicies moest worden ingediend in een volgende aangifte opgenomen. In die volgende btw-aangifte staan de betrokken lidstaat van verbruik, het belastingtijdvak en het btw-bedrag waarvoor wijzigingen nodig zijn, vermeld.

Artikel 369duovicies

1. De btw-aangifte wordt in euro verricht.

De lidstaten die niet de euro als munt hebben, kunnen eisen dat de btw-aangifte in hun nationale munteenheid luidt. Indien de leveringen in een andere munteenheid luiden, hanteert de belastingplichtige die van deze bijzondere regeling gebruikmaakt, of zijn tussenpersoon bij het invullen van de btw-aangifte de wisselkoers die gold op de laatste dag van het belastingtijdvak.

2. De omwisseling geschiedt volgens de wisselkoersen die de Europese Centrale Bank voor die dag bekend heeft gemaakt of, wanneer die dag geen bekendmaking heeft plaatsgevonden, op de eerstvolgende dag van bekendmaking.

Artikel 369tervicies

De belastingplichtige die van deze bijzondere regeling gebruikmaakt, of zijn tussenpersoon voldoet de btw onder verwijzing naar de betreffende btw-aangifte, uiterlijk bij het verstrijken van de termijn waarbinnen de aangifte moet worden ingediend.

De belasting moet worden overgemaakt naar een door de lidstaat van identificatie opgegeven bankrekening in euro. De lidstaten die de euro niet als munteenheid hebben aangenomen, kunnen eisen dat de betaling wordt overgemaakt naar een bankrekening in hun eigen valuta.

Artikel 369quatervicies

De belastingplichtige die van deze bijzondere regeling gebruikmaakt, past met betrekking tot de voorbelasting die verband houdt met zijn aan deze bijzondere regeling onderworpen belastbare activiteiten, geen btw-aftrek toe in de lidstaten van verbruik overeenkomstig artikel 168 van deze richtlijn. Niettegenstaande artikel 1, punt 1, van Richtlijn 86/560/EEG en artikel 2, punt 1, en artikel 3 van Richtlijn 2008/9/EG wordt deze belastingplichtige teruggaaf verleend overeenkomstig die richtlijnen. Artikel 2, leden 2 en 3, en artikel 4, lid 2, van Richtlijn 86/560/EEG zijn niet van toepassing op de teruggaaf die verband houdt met onder deze bijzondere regeling vallende goederen.

Indien de belastingplichtige die van deze bijzondere regeling gebruikmaakt, in een lidstaat moet worden geïdentificeerd voor activiteiten die niet onder deze bijzondere regeling vallen, brengt hij de in die lidstaat betaalde voorbelasting die verband houdt met zijn aan deze bijzondere regeling onderworpen belastbare activiteiten, in aftrek op de overeenkomstig artikel 250 van deze richtlijn in te dienen btw-aangifte.

Artikel 369quinvicies

1. De belastingplichtige die van deze bijzondere regeling gebruikmaakt, voert van alle onder deze bijzondere regeling vallende handelingen een boekhouding. Een tussenpersoon voert voor alle door hem vertegenwoordigde belastingplichtigen een boekhouding. Deze boekhouding moet voldoende gegevens bevatten om de belastingautoriteiten van de lidstaat van verbruik in staat te stellen de juistheid van de btw-aangifte te bepalen.

2. Desgevraagd moet de in lid 1 bedoelde boekhouding langs elektronische weg aan de lidstaat van verbruik en aan de lidstaat van identificatie beschikbaar worden gesteld.

De boekhouding wordt bewaard gedurende tien jaar na afloop van het jaar waarin de handeling is verricht.

31) In titel XII worden de volgende hoofdstukken toegevoegd:

„HOOFDSTUK 7

Bijzondere regeling voor de aangifte en de betaling van btw bij invoer

Artikel 369 sexvicies

Indien voor de invoer van goederen, met uitzondering van accijnsgoederen, in zendingen met een intrinsieke waarde van niet meer dan 150 EUR geen gebruik wordt gemaakt van de bijzondere regeling in hoofdstuk 6, afdeling 4, staat de lidstaat van invoer de persoon die voor rekening van de persoon voor wie de goederen zijn bestemd de goederen bij de douane aanbrengt binnen het grondgebied van de Gemeenschap toe om gebruik te maken van een bijzondere regeling voor de aangifte en de betaling van btw bij invoer met betrekking tot goederen waarvan de verzending of het vervoer in die lidstaat wordt beëindigd.

Artikel 369 septvicies

1. Voor de toepassing van deze bijzondere regeling geldt het volgende:

de persoon voor wie de goederen bestemd zijn, is gehouden tot voldoening van de btw;

b) de persoon die de goederen op het grondgebied van de Gemeenschap bij de douane aanbrengt, int de btw bij de persoon voor wie de goederen bestemd zijn, en voldoet die btw.

2. De lidstaten bepalen dat de persoon die de goederen op het grondgebied van de Gemeenschap bij de douane aanbrengt, passende maatregelen neemt om te garanderen dat het juiste bedrag aan belastingen wordt betaald door de persoon voor wie de goederen bestemd zijn.

Artikel 369 octovicies

In afwijking van artikel 94, lid 2, kunnen de lidstaten bepalen dat het normaal geldende btw-tarief in de lidstaat van invoer van toepassing is wanneer gebruik wordt gemaakt van deze bijzondere regeling.

Artikel 369 novovicies

1. De lidstaten staan toe dat de in het kader van deze bijzondere regeling geïnde btw elektronisch wordt gerapporteerd in een maandelijkse aangifte. Op de aangifte wordt het totale btw-bedrag vermeld dat in de desbetreffende kalendermaand is geïnd.

2. De lidstaten schrijven voor dat de in lid 1 bedoelde btw verschuldigd is vóór het einde van de maand volgend op de invoer.

3. De personen die van deze bijzondere regeling gebruikmaken, houden van alle onder deze bijzondere regeling vallende handelingen een boekhouding bij gedurende een periode die wordt bepaald door de lidstaat van invoer. Deze boekhouding moet voldoende gegevens bevatten om de belasting- of douaneautoriteiten van de lidstaat van invoer in staat te stellen de juistheid van de aangegeven btw te beoordelen, en moet desgevraagd langs elektronische weg aan de lidstaat van invoer beschikbaar worden gesteld.

HOOFDSTUK 8

Tegenwaarden

Artikel 369 tricies

1. De tegenwaarde in de nationale munteenheid van de euro die in aanmerking moet worden genomen voor het in artikel 369terdecies en artikel 369 sexvicies vermelde bedrag wordt eenmaal per jaar vastgelegd. De voor de omrekening te gebruiken koers is die van de eerste werkdag van oktober en wordt met ingang van 1 januari van het daaropvolgende jaar van kracht.

2. De lidstaten mogen het bedrag in nationale valuta dat voortvloeit uit de omrekening van de in euro luidende bedragen, afronden.

3. De lidstaten mogen het ten tijde van de in lid 1 bedoelde jaarlijkse aanpassing geldende bedrag onveranderd laten, indien omrekening van het in euro uitgedrukte bedrag, vóór de in lid 2 bedoelde afronding, zou leiden tot een wijziging van het in nationale valuta uitgedrukte bedrag van minder dan 5 % of tot een verlaging van dit bedrag.”.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.